Datacenterbedrijf LCL neemt een nieuw zonnepark in gebruik, gebouwd op de daken van vier landbouwbedrijven. De installatie is goed voor een capaciteit van 3,4MW en een jaarproductie van 3,0 gigawattuur. Het gaat over een investering van zo’n 3 miljoen euro. Dit innovatieve project, een Belgische primeur, werd opgezet in samenwerking met ontwikkelaar Nett Energie en B2B energieleverancier Elindus. De CPPA is ingebed in de lokale gemeenschappen van ons land. Een deel van de groene energie gaat naar de landbouwbedrijven zelf, om eigen projecten te realiseren, zoals een automatisch voersysteem op batterijen in Lievegem (Oost-Vlaanderen).
LCL heeft opnieuw een grote sprong voorwaarts gemaakt in zijn eigen energievoorziening. Het bedrijf neemt een nieuw zonnepark in gebruik, bestaande uit vier installaties op de daken van vier landbouwbedrijven in Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. De vier installaties samen vormen dus één zonnepark, met een capaciteit van 3.410 kWp, goed voor een verwachte jaarproductie van 3,0 GWh. Het gaat over ongeveer 6.000 zonnepanelen op een dakoppervlakte van zo’n 30.000m². Dit innovatief project kan ondernemers in het hele land inspireren, om eigen zonneparken te creëren, verankerd in lokale gemeenschappen.
Het project markeert opnieuw een mijlpaal voor LCL aangezien ze hiermee goed op weg zijn om voor 40% in hun eigen energienoden te kunnen voorzien, een doel dat ze vooropgezet hadden om te bereiken in 2030. Het zonnepark vertegenwoordigt een investering van zo’n 3 miljoen euro. In februari breidde LCL haar groene stroomvoorziening nog uit met drie eigen windturbines. De combinatie van zonne- en windenergie is strategisch. De twee zijn veelal complementair, hoe meer wind er is, hoe minder zon doorgaans. Als datacenterbedrijf is er een continu stroomgebruik, dus alle opgewekte stroom wordt meteen verbruikt.
Een CPPA met een zonnepark, offsite en van die grootte, is een primeur in België
LCL koos bewust voor een oplossing in eigen land om de lokale economie te ondersteunen terwijl het zijn eigen duurzaamheidsdoelstellingen nastreeft. Open ruimte vinden voor zonneparken in België is geen evidentie. En om offshore of in het buitenland energie aan te kopen via een CPPA (Corporate Power Purchasing Agreement) is best prijzig, en zeker niet voor alle kmo’s toegankelijk. Een zonnepark op oppervlakten met onbenut potentieel – daken van bedrijven, stallen, loodsen, magazijnen, etc. – is een win-win.
Dankzij het schaalvoordeel genieten ook de landbouwbedrijven van stabiele en lagere energietarieven, die hen toelaten zelf ook nieuwe automatiseringsprojecten te realiseren in hun landbouwbedrijf en/of aan meer natuurlijke landbouw te doen. De eigenaars van de landbouwbedrijven zullen gemiddeld 7% van de geproduceerde stroom afnemen wat zo’n 50 à 60% van hun noden dekt. Dirk Van Haele en Leen Dellaert van melkveebedrijf Van Haele-Dellaert in Lievegem (Oost-Vlaanderen): ‘We melkten onze koeien al met melkrobots. Maar eens we wisten dat we zoveel groene energie tot onzer beschikking kregen, kozen we er ook voor om een automatisch voersysteem in gebruik te nemen. Het gaat over een systeem met rondrijdende robots op batterijen die we nu relatief goedkoop kunnen opladen.’
Samenwerking met Nett Energie en Elindus
Voor deze CPPA partnerde LCL met Nett Energie, ontwikkelaar van zonne- en batterijparken, en B2B energieleverancier Elindus. Voor LCL ging Nett Energie op zoek naar geschikte Belgische daken met onbenut potentieel. Hiervoor maakte Nett Energie de afweging tussen opwekkingspotentieel, hoeveelheid verbruik en de noden van de eigenaars aan hernieuwbare energie. Nett Energie vond 4 geschikte locaties in Waarschoot (Lievegem) in Oost-Vlaanderen, en in Langemark en Zwevegem in West-Vlaanderen.
Elindus zorgt voor de correcte en automatische levering en facturatie van de opgewekte zonne-energie in de 4 PV-installaties aan de verschillende datacenters van LCL. Elindus zet ook een dashboard voor hen op, met alle productie- en verbruiksgegevens van de zonneparken en de drie windmolens. De werkelijke productie wordt per kwartier afgestemd op de energieafname. Het LCL-dashboard zal ook inzage geven in de carbon footprint van LCL, zowel nu als in de toekomst. Ook voor toekomstige projecten met groene energie zal LCL via dit dashboard perfect zijn carbon footprint kunnen opvolgen en over alle cijfers beschikken om er over te rapporteren.
Voor het behalen van het hoogste niveau van certificering op het vlak van sustainability, is het produceren van bijkomende groene energie een vereiste. Laurens van Reijen, Managing Director van LCL Data Centers: ‘We verkiezen voor bijkomende productie te zorgen eerder dan bestaande capaciteit op te kopen. We streven naar de hoogste duurzaamheidscertificering, en daarvoor is bijkomende productie van energie essentieel. We willen als LCL ook het verbruik van energie koppelen aan de productie ervan. Zo maximaliseren we het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en dragen we bij tot een evenwichtiger elektriciteitsnet. We gaan het dashboard met onze energieproductie en ‑verbruik ook opnemen in ons klantenportaal, en dus transparant delen met onze klanten’.
‘We plannen sowieso om verder te blijven investeren in de productie van groene energie. We zitten nu aan de productie van ongeveer 40% van onze energienoden in de zomerperiode, maar nog niet gemiddeld over het jaar. En zelfs na het behalen van de doelstelling om gemiddeld voor 40% van onze energienoden zelfbedruipend te zijn, zullen we nog meer groene energie nodig hebben. Denken we maar aan bijvoorbeeld AI dat heel wat rekenkracht en dus computerkracht vraagt, wat door energie moet gevoed worden’, aldus nog van Reijen.
Deze investering past binnen LCL’s CSRD-doelstellingen en draagt bij aan:
- Grotere energieonafhankelijkheid, met minder afhankelijkheid van externe energieleveranciers
- Bescherming tegen prijsschommelingen op de energiemarkt, wat cruciaal is voor de operationele kosten van een datacenter
- Lokaal maatschappelijk rendement via samenwerking met landbouwbedrijven
- Een concrete bijdrage aan de energietransitie en CO₂-reductie
0 reacties