Dit jaar, tijdens re:Invent, lijkt AWS eindelijk de onvermijdelijkheid van multi-cloud te hebben geaccepteerd met de aankondiging van een gezamenlijk ontwikkelde interconnectie met Google Cloud. Het is een opvallende koerswijziging na jaren volhouden dat klanten multi-cloud niet nodig hadden. AWS schilderde multicloud altijd af afschilderen als onnodig, buitensporig complex en eigenlijk een trend die achter ons ligt in plaats van een strategische architectuur.
Jaar na jaar laten brancherapporten echter zien dat meer dan 85% van de organisaties al workloads draait op meerdere clouds. Nu de grootste cloudprovider ter wereld een native multi-cloud interconnect heeft gelanceerd, is dat een belangrijk moment. Niet omdat AWS ineens innoveert op het gebied van netwerken van clouds, maar omdat het erkent wat de rest van de sector al jaren weet: multi-cloud is geen vreemde keuze of overdreven voorzorgsmaatregel voor disaster recovery – het is de norm.
Het is betekenisvol, maar onder de hype blijft deze brug tussen twee clouds nog altijd ver achter bij de realiteit van wereldwijde, enterprise-scale operaties. En daar moet de discussie nu naartoe verschuiven.
Een brug tussen twee clouds is handig, maar geen echte multi-cloud
Om eerlijk te zijn: het feit dat AWS en Google Cloud een private, hoogwaardige, beheerde verbinding bouwen, is zeker nuttig. Het verlicht een deel van de pijn die bedrijven jarenlang hebben ervaren. Het belooft multi-cloud connectiviteit op te zetten “binnen minuten”, met klik-en-implementeer workflows in plaats van wekenlang onderhandelen over circuits, hardware bestellen en routering instellen. Maar de dienst heeft één cruciale beperking: op dit moment verbindt het alleen AWS en Google Cloud – geen Azure, geen regionale of soevereine clouds.
Een bilaterale interconnectie – zelfs als die snel te implementeren is – elimineert niet het moeilijkste deel: het beheren van een consistent netwerk en governance-model over verschillende providers, accounts en regio’s, en dat op een manier die niet economisch wordt afgestraft door de beruchte “datazwaartekracht”.
De meeste bedrijven bouwen geen enkele brug; ze proberen een systeem van wegen aan te leggen dat AWS, Azure, Google Cloud, plus on-premise en edge omvat. Binnen dit systeem zijn dagelijkse operaties, policy drift, segmentatie, observability en voorspelbaarheid van kosten de echte bronnen van risico en moeite.
Het probleem is niet alleen technisch, maar ook economisch
Het tweede deel van het verhaal wordt vaak onderschat in aankondigingen van hyperscalers, maar is doorslaggevend voor de vraag of multi-cloud daadwerkelijk in productie wordt genomen. Het handmatig opzetten van multi-cloud netwerken was altijd al mogelijk – traag, complex en een hoofdpijndossier, maar wel mogelijk. Als je AWS echt met Azure wilde laten praten, en Azure met Google Cloud, en Google Cloud met OVHcloud, kon dat.
De echte showstopper was echter altijd de economie: de astronomisch hoge egress-kosten die cross-cloud dataverkeer commercieel onhaalbaar maken. “Architectonisch mogelijk” was altijd maar één stukje van de puzzel; “financieel duurzaam” was het andere. Implementatiesnelheid is belangrijk, maar niet als je honderdduizenden dollars per maand betaalt om logs, ML-datasets of analytische workloads tussen clouds te verplaatsen.
Zolang hyperscalers klanten niet toestaan om native en non-native services te combineren zonder financieel te worden afgestraft, zullen hun multi-cloud oplossingen slechts een deel van de oplossing zijn. De huidige AWS-Google Cloud interconnect verandert daar niets aan.
Erkenning van multi-cloud barrières en een holistische aanpak
Wat wel verandert – en wat de aankondiging van AWS stilzwijgend bevestigt – is hoe organisaties tegen multi-cloud aankijken. Het gaat niet langer alleen om failover of “het vermijden van lock-in”. Het gaat om best-of-breed: de AI-stack van Google gecombineerd met de databases van AWS, of misschien de identiteitsintegratie van Azure naast een soevereine cloud voor compliance. Moderne architecturen mixen en matchen steeds meer.
Interconnects en private verbindingen zijn dus belangrijk, maar alleen als ze schalen naar meer dan twee providers en niet je budget opblazen zodra er echte data gaat stromen.
De aankondiging van AWS en Google Cloud wijst op een toekomst waarin clouds “naadlozer” met elkaar samenwerken. De visie is goed, maar connectiviteit als native functie in plaats van een gespecialiseerd product betekent nog steeds dat bepaalde essentiële elementen ontbreken, zoals:
- Een netwerk dat alle clouds verbindt, niet slechts twee;
- Intelligente routing die kosten minimaliseert;
- Vrijheid van vendor lock-in – dezelfde hyperscalers controleren nu ook de ruggengraat;
- Diepgaande zichtbaarheidsfuncties, zoals verkeersstroomanalyses en AI-gestuurde anomaliedetectie.
Dit zijn de onderdelen waar hyperscalers moeite mee hebben, omdat het oplossen van deze problemen hun operationele risico’s blootlegt en de structurele wrijving vermindert die workloads “sticky” houdt en inkomsten voorspelbaar maakt.
Wat emma al veel eerder bouwde
De visie die AWS en Google Cloud nu, zij het voorzichtig, omarmen, is precies de visie waar emma vanaf dag één naartoe heeft gewerkt. emma’s multi-cloud netwerkinfrastructuur verbindt al alle grote hyperscalers en zal in 2026 worden uitgebreid met nieuwe soevereine, regio-specifieke keuzes.
Omdat emma niet gebonden is aan één provider, kan het iets doen wat hyperscalers simpelweg niet zullen doen: verkeer optimaliseren op basis van kosten, prestaties en beleid, niet op basis van vendor-incentives. Door verkeer over het eigen netwerk te leiden, kan het platform datatransfer aanbieden tegen ongeveer een derde van de standaardtarieven. Organisaties hebben met emma’s intelligente netwerkoptimalisatie egress-kosten met tot wel 80% verlaagd, waardoor voorheen onbetaalbare multi-cloud architecturen “at-scale” haalbaar werden. En dat geldt voor echte workloads, data en latentie-eisen.
Toekomstperspectief: waar betekent dit voor de sector?
De multi-cloud interconnect van AWS is een betekenisvol signaal, omdat het de toekomst en richting van de cloudmarkt bevestigt. Toch blijft het een smalle, vendor-gestuurde brug. Organisaties die echt multi-cloud willen inzetten, hebben een wereldwijd, vendor-agnostisch en economisch haalbaar netwerk nodig.
Ondanks de schijnbare eenvoud van een native aanbod, opereren gespecialiseerde providers al in de volgende fase van multi-cloud: minimaal een wereldwijd netwerk dat drie hyperscalers verbindt, met een kostenstructuur die klanten niet straft voor het overschrijden van cloudgrenzen. Voor hen gaat de waardepropositie niet alleen over “interconnectie in minuten”. Het gaat erom of de sector kan evolueren van connectiviteit tussen twee hyperscalers naar herhaalbare multi-cloud operaties met de controls en kostenefficiëntie die het duurzaam maken. Dat is wat nodig is om multi-cloud in productie te draaien, niet alleen om het te verbinden.
Ontdek hoe emma’s netwerkinfrastructuur en gecentraliseerde control plane organisaties helpt de operationele uitdagingen en economie van multi-cloud te overwinnen: emma.ms/products/cloud-connectivity

0 reacties